Vier kunstenaars bezoeken Schouwen-Duiveland als start van het programma Moving Along with the Environment.
Begin februari waren de kunstenaars Janne van Gilst, teja van hoften, Leendert van Accoleyen en Edward Clydesdale Thomson te gast bij de Bewaerschole. Dit was het begin van hun residentieperiode om kennis te maken met de vrijwilligers, de omgeving te ontdekken en verschillende eilandbewoners te ontmoeten. Deze indrukken nemen ze mee naar hun ateliers waar ze gedurende de komende periode werken aan hun tentoonstelling.

teja van hoften schrijft over de excursie met Wildwier.
Een tong voelt iets anders dan handen, die weg glibberen op gladde dunne rozerode plaatjes. Het is slijmerige drakentong dat Ellen van Wildwier ons laat proeven. Telkens wordt een stukje wier in het platte aquariumbakje neergelaten. De Vikingsnor voelt aan als een harig stukje touw, stug en rood, maar ontvouwt zich tot een weelderig uitwaaierende sliertjesbloem. In de winter als er weinig meer uit de tuin te halen valt dan wat ontbottende takken, lijkt het me super feestelijk om zo’n mini aquariumpje als fleurig boeket op tafel te zetten. Hoelang zoiets zijn wonderen behoudt of dat kleur en vorm heel snel vergaan weet ik niet, maar het valt te proberen. We horen over micro-organismen die aan het begin van de voedselketen staan. Over bioactieve stoffen die heel goed voor onze darmflora zijn en vol antioxidanten zitten. Over hydropoliepjes, diertjes die door zeelui werden gebruikt om zwaar-weer-voorspellingen aan af te kunnen lezen, als een soort barometer eigenlijk. Hoe wieren zich met een schijfje of klauwtje hechten aan vast substraat. Hoe ze dankzij hun drijfblazen zo mooi rechtop en horizontaal op het wateroppervlak blijven wieren. Hoe onze zuurstof voor 3/4 van algen en wieren afkomstig is. Hoe dat dan allemaal in zijn werk gaat, kan ik niet bevatten, maar ik zie wel steeds meer belletjes uit het aquariumbakje naar de oppervlakte opstijgen.
Bij knotswier kan je aan de blaasjes tellen hoe oud hij al is. Als de tussenstukjes heel kort zijn, heeft hij het zwaar gehad en is hij dat jaar niet erg gegroeid. Sommige zeewieren groeien ontzettend snel, wakamé kan in een paar maanden tijd meterslang worden. De zeeaardappel heeft zo’n sterk drijfvermogen, dat hij er een oester mee kan opentrekken en wordt daarom oesterdief genoemd.
Als je een wier uitlegt om te drogen worden het bijna altijd een soort fractal, mandala-achtige vormen waar je lekker rustig van wordt als je ernaar kijkt.
Iers mos, een roodwier, kun je voor 10 minuten koken. Er komt dan een soort slijm uit, dat gebruikt wordt als glijmiddel, in hoestdrank om juist slijm op te lossen en als vegan alternatief voor gelatine. Als je de geslachtsvruchtjes van zeewier openknipt, kun je die gebruiken bij brandwonden en als zonnebrandcrème. Als je bruinwier zoals Gezaagde zee-eik of Kleine zee-eik in een glas met kokend water hangt, wordt hij felgroen en maak je zijn huid kapot. Als je het wier dan tussen je handen uitknijpt komt er heel veel slijm vrij. Het trekt vrij snel in je huid en nog uren later voelt het heerlijk zacht aan.
De middag wordt afgesloten met een prachtig wiergedicht van Miek Zwamborn en de spreuk Healing of the earth is the same proces as purification of the spirit en Ellen geeft ons de raad mee het goud in jezelf te ontdekken, je beste zelf te worden. Is dat zoiets als je eigenste ik?